Tijdlijn Tekenen Mex

  • Period: 3500 BCE to 1450 BCE

    Bronstijd, Minoïsche beschaving

    vernoemd naar Minos, koning van Kreta.
    Kreta lag op de kruising van vele zeevaartroutes > handel
  • Period: 3500 BCE to 3000 BCE

    Tijd van Jagers en Boeren/Prehistorie

  • Period: 3000 BCE to 500

    Tijd van Grieken en Romeinen/Oudheid

  • Period: 1600 BCE to 1200 BCE

    Myceense beschaving

  • 800 BCE

    Archaïsche periode

    Archaïsche periode
    een voorbeeld van de beeldenkunst in de Archaïsche periode
  • Period: 800 BCE to 500 BCE

    Archaïsche periode

    Beelden met statische/frontale houding, gestileerd haar en lichaamsvormen als lijnen. Archaïsch = Uit het begin
    bouw grote tempels, ontwikkeling schilderkunst en monumentale beeldhouwkunst
  • Period: 800 BCE to 50

    Griekse Kunst / Bloei van de Griekse Oudheid

    bakermat West-Europese beschaving.
    ontwikkeling filosofie, wetenschap en literatuur.
    Griekenland: aantal staten zonder onderling contact.
    eenvoud.
    evenwicht.
    harmonie=goddelijkheid
    doel: gemeenschap dienen.
    zorg aan lichaam en geest (sport en gezondheid!)
    perfectie, uiterlijk en innerlijke schoonheid.
    slaven deden het werk>veel tijd voor ontwikkeling denken.
    mens als middelpunt van het heelal
  • Period: 500 BCE to 350 BCE

    Klassieke periode

    Alle denkbare cultuuruitingen komen tot groei:
    filosofie, politiek, literatuur, muziek, schilderkunst, beeldhouwkunst en architectuur De gebeurtenissen in deze tijd hebben de loop van de geschiedenis zó beïnvloed dat de periode "klassiek" genoemd wordt.
    contraposthouding, perfectionisme
  • 450 BCE

    Klassieke periode

    Klassieke periode
    een voorbeeld van de beeldhouwkunst in de Klassieke periode.
    contraposthouding
  • Period: 350 BCE to 50 BCE

    Hellenisme

    De tijd begint door de veroveringen van Alexander de Grote
    (rijk van Griekenland tot Midden-Oosten)
    -> macht Grieken neemt af
  • 50 BCE

    Hellenisme

    Hellenisme
    een voorbeeld van de beeldhouwkunst tijdens het hellenisme.
    gespierde lichamen, zeer expressief, voorkeur voor sterke emoties, grote bewegingen.
  • 27 BCE

    De Architectura

    oudste en meest invloedrijke werk over bouwkunst.
    door Romeinse architect Vitruvius.
    inspiratie voor Renaissance architecten
  • 8 BCE

    ontwikkeling ministaten

    ministaten = poleis/stadstaten.
    in de Archaïsche periode.
    Grieken vestigen langs middellandse en zwarte zee > begin culturele bloei: alfabetisch schrift Feniciërs overgenomen.
    ontwikkeling vroege beeldhouwkunst en de vaasschilderkunst.
    mythologie (mondeling overgegeven)
  • Period: 1 CE to 100

    1e eeuw

  • 4

    Het kruis word het teken van het Christendom

    Kruisigingsstraf word afgeschaft
  • 4

    Kelten bekeerden zich tot het Christendom

  • 4

    Volksverhuizingen

  • Period: 98 to 117

    Trajanus aan de Macht (Romein)

    Onder leiding van Trajanus hadden de Romeinen bezit van een groot gebied: Zuidwest-Europa en de kust van Noord-Afrika. De romeinse beschaving loopt deels gelijk aan de Griekse. Deze beschavingen samen worden de Klassieke Oudheid genoemd
  • Period: 100 to 200

    2e eeuw

  • 110

    Basilica

    Basilica
  • 110

    Forum Trajanum

    Forum Trajanum
    Het Forum Trajanum was het centrum van de comerciële, politieke en juridische levens.
    Het gebouw had een tempel, bibliotheken, een basilica, een markt/plein met allemaal gebouwen en een triomfboog. Daarnaast heeft het gebouw grootste afmetingen. Het eerste Forum werd gebouwd door Julius Caesar, deze kwam daarna.
    Bij het forum kwamen vooral advocaten, bankiers, makelaars, winkeliers, alle klanten van deze mensen, en ook soms bedelaars. Rond 110 werd het gebouw gerealiseerd met een zuil.
  • 110

    Mijlpaal Romeinen

    Mijlpaal Romeinen
    De Romeinse mijlpalen werden om de mijl neergezet en gaven de afstand tot de volgende stad, tot Rome en tot de volgende mijlpaal aan. De Romeinen legden de basis van de infrastructuur van vandaag aan. Ze maakten wegen, verdedigingsmuren, bruggen en tunnels. Dit maakte het makkelijker om het rijk te besturen en om je te verplaatsen. Romeinen waren wereldveroveraars. Door de uitbreiding in West-Europa leerde de mensen kennis maken met de Griekse cultuur.
  • 113

    Zuil van Trajanus

    Zuil van Trajanus
    De erezuil is gebouwd ter ere van de winst in Dacië (Roemenië).
    De zuil is 42 meter en er staan beelden op. Deze beelden stellen de voorbereiding op de strijd voor. De Romeinen worden als helden afgebeeld. Aan de bodem van de zuil is de urn van Trajanus begraven
  • Period: 200 to 300

    3e eeuw

  • Period: 300 to 1000

    Byzantijnse en VroegChristelijke kunst

  • Period: 300 to 400

    4e eeuw

  • 313

    Erkenning vh Christendom door Keizer Constantijn

    Het Christendom is geen verboden godsdienst meer
  • 313

    Bouw van de Basilica overgenomen in kerken

  • 313

    Doel van de Christelijke kunst

    Ander doel dan van de Klassieke Oudheid
    geen realisme
    diepere betekenis
    bijbelse symbolen en tekens verwijzend naar de goddelijke werkelijkheid = iconografie
  • 330

    Ontstaan Oost- en West-Romeinse Rijk

    zie verplaatsing hofhouding Constantijn
  • 330

    Constantijn en zijn hofhouding verplaatsen zich naar Constantinopel

    Constantinopel = Byzantium = Nu Istanbul (sinds 1453)
    Ontstaan oost en west Romeinse Rijk
    Rooms-Katholicisme word de staatsgodsdienst
  • 391

    Rooms-Katholicisme werd de staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk

  • 400

    Dorisch, Ionisch, Corintische zuilen

    Dorisch, Ionisch, Corintische zuilen
    Dorische zuil = Archaïsch
    Ionische zuil = Klassiek
    Corinstische zuil = Hellenistisch
  • Period: 400 to 500

    5e eeuw

  • Period: 500 to 1000

    Vroege Middeleeuwen (Tijd van Monniken en ridders)

  • Period: 500 to 600

    6e eeuw

  • Period: 500 to 1000

    Tijd van Monniken en Ridders/Vroege Middeleeuwen

  • Period: 500 to 1000

    Alle gebouwen werden van hout gemaakt

    Van de houten gebouwen is bijna niets bewaard gebleven
  • Period: 527 to 565

    Keizer Justinianus

    Bouw van het 'Aya Sophia' om andere religieuze gebouwen te overtreffen
    probeerde het romeinse rijk te redden na de afzetting in 476
    Ravenna tot bestuurscentrum gemaakt, centrum van de Byzantijnse macht/kunst/cultuur
  • Period: 600 to 700

    7e eeuw

  • 700

    de eerste kruistochten

    8e eeuw
  • Period: 700 to 800

    8e eeuw

  • Period: 748 to 814

    Karel de Grote

    Gekroond door de Paus
    De 1e West-Europese keizer
    Kunstwerken moesten volgens hem gemaakt worden ter ere van God, met esthetische normen
  • 800

    Karel de Grote gaf relikwieën een belangrijke rol in de kerk

    overblijfselen van overleden heiligen werden bewaard. Ze geven genezing, bescherming en brengen God nabij
  • 800

    Glas-In-Lood ramen in kerken

  • 800

    uiteenvallen Karolingische Rijk

  • Period: 800 to 1200

    Karolingische minuskel

    Nieuw letterschrift ontwikkeld door Karel de Grote
  • Period: 800 to 900

    9e eeuw

  • 843

    iconoclasme opgeheven

    ingevoerd de 7e en 8e eeuw
    verbod op bijbelse afbeeldingen
  • Period: 900 to 1000

    10e eeuw

  • Period: 1000 to 1200

    Romaanse Periode

    schilderkunst: vlak, geen perspectief, lineaire voorstellingen, plooien = lijnen
  • Period: 1000 to 1100

    groei kloosters > kunstzinnige bedrijvigheid

    verrijzing kloosters en kerken
    oprichting nieuwe geloofsordes
  • Period: 1000 to 1500

    Late Middeleeuwen (Tijd van Steden en Staten)

  • Period: 1000 to 1100

    11e eeuw

  • Period: 1000 to 1100

    Kruistochten

  • 1066

    Het tapijt van Bayeux

    Het tapijt van Bayeux
    ER STAAT OP:
    stripverhaal van de geschiedenis
    de verovering van Engeland van door Willem van Normandië
    invasie + nederlaag van Engeland + dood van koning Harold
  • 1100

    Romaanse interieur Kerk

    Romaanse interieur Kerk
    het licht valt vanuit een hoge lichtbeuk en ramen in de zijbeuk
  • 1100

    Opbouw Romaanse kerk

    Opbouw Romaanse kerk
    tongewelven en koepelgewelven
    zware muren met steunberen
    rondbogen
    kleine ramen
    lisenen (arcadebogen en randen aangebracht in het metselwerk
    1 zware vieringtoren (viering = kruising transept en middenschip)
    apsis + ander straalkapellen, kooromgang, (plafond)fresco's uitbreiding op de vroegtijdige basilica
    basis = kruis, symbool Christendom
    massiefbouw
    de muren hebben dragende functie
  • Period: 1100 to 1200

    12e eeuw

  • Period: 1140 to 1200

    vroeggotiek

  • Period: 1150 to 1500

    Gotische periode

    kunst: het sterven van Christus.
    bouwkunst: muren verliezen dragende functie, spitsboog, kruisribgewelf, luchtbogen, steunberen, glas-in-lood ramen.
    ontwikkeling in beeldhouwkunst: pilaarfiguur > beweeglijk/los figuur.
    emoties worden uitgebeeld.
    schilderkunst in dienst vd kerk.
    gouden achtergrond.
    fresco's & secco's.
    geschilderde panelen altaarstukken.
    sybolische voorstelling.
  • Period: 1200 to 1300

    13e eeuw

  • Period: 1300 to 1400

    14e eeuw

  • Period: 1350 to

    Vroegmoderne tijd (Tijd van Ontdekkers en Hervormers)

  • 1400

    Vlaamse Primitieven

    tempera (verfsoort) = poedervormige pigmenten samen gewreven met water en eidooier.
    olieverf (voor het eerst in 15e eeuw) > craquelures.
    bijbelse personen.
    Maria draagt zuivere kleuren (wit en blauw).
    late middeleeuwen.
    gebruik perspectieven (lineair en atmosferisch).
    doorkijkjes.
    dure kleding.
    stofuitdrukking.
    Christelijke kunst.
    adam en eva.
    symbolisch.
    bijbelse taferelen in eigentijdse setting/interieur
    kunst voor de rijke mensen.
  • 1400

    Ontstaan vd Renaissance

    zelfbewustzijn,
    opkomst humanisme,
    reformatie (doorbraak religieuze eenheid),
    opkomst natuurwetenschappelijk onderzoek,
    ruihandel,
    ridderstand verlies macht,
    burger word belangrijker in maatschappelijk leven,
    herontdekking natuur/menselijk lichaam,
    opkomst staten en landgrenzen
  • Period: 1400 to

    Renaissance

    Grote bloei van kunst en wetenschap.
    Bewondering voor de klassieke oudheid (bloei Griekse/Romeinse beschavingen, de beschaving kwam opnieuw tot leven).
    Begon in Italië -> Veel resten Klassieke Oudheid te vinden.
    Renaissance = wedergeboorte.
    Nieuw zelfbewustzijn -> Mens wordt individu -> Ontwikkeling Portret
    Veranderende levensfilosofie: Opkomst humanisme.
    Reformatie kerk.
    Bloei wetenschap & Economie (Handel).
    Ontdekking Wereld.
    Universele Mens.
    Nieuwe rol kunst.
    Tempera, fresco, secco & olieverf
  • Period: 1400 to

    Kenmerken renaissance bouwkunst

    rondbogen.
    afsluitende muren.
    zware kroonlijst maakt dak niet zichtbaar.
    zuilen, pilasters, fronton, halfzuilen, muurnissen.
    triomfboogmotief.
    symmetrie.
  • Period: 1400 to 1500

    15e eeuw

  • Period: 1400 to 1500

    Vroeg Renaissance

    In Florence.
    Simone Martini: internationale Gotiek, decoratief, heldere kleuren, gouden achtergrond, slanke/gestileerde figuren in gewaden, subtiele plooival. Bladgoud en tempera op hout.
    Fra Angelico: schildert panelen/drieluiken/fresco's met bijbelse voorstelling in nieuwe stijl. plasticiteit/naturalisme/weergave van ruimte.
    Masaccio: toepassen regels centraal perspectief, God middenin bij kruis, witte duif (heilige geest) boven hoofd God
  • 1425

    ontwikkeling lineair perspectief

    ontdekking wetten van het perspectief.
    1e werken: Masaccio en Van Brunelleschi
  • 1445

    Uitvinding Boekdrukpers

    Vertaalde Bijbel verspreiden.
  • 1450

    verspreiding Humanisme

    Humanisme:
    terugkeer naar Griekse/Romeinse beschaving
    zuivering van het Christelijk geloof
    Humanisten = Bijv. Erasmus
    benadrukken wiskunde in de studie, om filosofische theologische waarheden te achterhalen studia humanitas = grammatica, retorica, logica en geschiedenis
  • 1500

    Laat-Gotiek

    sybolisch word meer realisme.
    eigen belevingswereld grote rol.
    Schenkers en stichters geschilderd.
    UITVINDING BOEKDRUKKUNST.
    ontstaan hout/kopergravure.
    miniatuurschilderkunst.
  • Period: 1500 to

    Hoog-Late Renaissance

    In Milaan en Rome
  • Period: 1500 to

    16e eeuw

  • Period: 1500 to

    Maniërisme

    na de Renaissance, overgang naar de Barok.
    ontstaan in Rome > pestepidemie > kunstenaars vluchten > verspreiding Maniërisme.
    verfijnde afwerkingen.
    langgerekte figuren in onnatuurlijke houdingen.
    naaktfiguren.
    typische kleuren: bleekroze, oranje, groen en zeeblauw.
    dramatiek; meer emotie tot uitdrukking brengen.
    opdrachtgevers: kerk/adel/burgers.
    beweeglijke onrustige composities.
    toepassing vormen/maten op eigen manier.
    waardering ontstaat pas na 1920.
  • 1550

    Realisme

    schilderen exact volgens de waarheid.
  • 1566

    Beeldenstorm

    De Calvinisten (Volgers Calvijn, man die kritiek had op de kerk) vielen de Christelijke kerken aan en vernielden de beelden. Godsdienstrevolutie.
  • Ontstaan Camera Obscura

  • Period: to

    17e eeuw

    'de gouden eeuw'
    Renaissance
  • Period: to

    Barok

    bombastische dramatiek.
    grote (kleur)contrasten.
    clair-obscur
    veel licht-donker werking.
    beweeglijk.
    pracht en praal.
    'kunst van de uitbundigheid', bewegingssugesstie: veel dynamiek, diagonale composities.
    'kunst van de machthebbers', absolutisme.
    Contra-Reformatie: vernieuwde opvatting kunst in kerk.
    bouwkunst: nadruk op verticaal, Gesamtkunst (alle kunst nauw verbonden)
    feestelijk en uitbundig.
  • Period: to

    schilderkunst uit de Gouden Eeuw

    genre's: de historieschilderkunst (belangrijkste genre), het landschap, het zeegezicht, het portret, het stillevens, het genrestuk (= een afbeelding uit het gewone dagelijkse leven), het stadsgezicht, het dierstuk.
    kennis van mythologie, bijbel en Griekse+Romeinse geschiedenis
  • Period: to

    Classicisme

    rationeel.
    strakke compositie.
    historische onderwerpen.
    terugkeer klassieke Griekse en Romeinse voorbeelden.
    Grote kunstenaars renaissance dienden ook als voorbeeld.
    behoort tot stijlperiode van de Barok, al zet het classicisme zelf zich daar tegen af.
  • Protestantisme

    stimuleren onderwijs/ontwikkeling vd wetenschap (op universiteiten).
    geen luxe.
    bevorderen denken vd mens.
    kunst heeft een doel: leer en vermaak.
    natuur = product van Gods schepping.
    invloed uit Italië: Renaissance en klassieke oudheid.
    rijke burgers = opdrachtgevers
  • Eind 80-jarige oorlog

    80-Jarige oorlog: vervolging protestanten > opstand tegen de Spaanse koning
    start bloei van de Gouden Eeuw
  • Barok

    Barok
  • Barok

    Barok
  • Barok

    Barok
  • Period: to

    18e eeuw

  • Period: to

    De Gouden Eeuw

  • Period: to

    Rococo (stijl)

    decoratiestijl in bouwkunst en toegepaste kunst.
    speels, fijn en grillige vormen.
    inspiratie ontleent aan de natuur.
    krullen, zwier en lichte kleuren.
    weinig rechte lijnen.
    elegante verfijnde stijl.
    asymmetrie en luchtig karakter.
    wanden, meubels en plafond gaan organisch zonder scheiding over.
    uitbundige decoratie.
  • stoommachine

    automatische machines ontstaan > automatisering
  • Period: to

    Neoclassicisme (in de Geschiedenis)

    Vooraf:
    opgravingen Pompeii + Herculaneum (> belangstelling klassieke oudheid) & Verlichting = inspiratie kunstenaars
    Franse Revolutie en opkomst industrialisering.
    uitgangspunt voor de nieuwe kunststijl van de burgerij (burgerlijke kunst)
    keizerrijk van Napoleon: kunst gebruikt om macht uit te drukken. Neoclassicme = empire.
    interieur-meubelkunst: verwerking Egypt. motieven, licht/elegant
    Pantheon (2e eeuw na Chr.) nagebouwd door Soufflot (bekende neoclassicistische architectuur)
  • Period: to

    Neoclassicisme

    eenvoud; geen versieringen.
    grootsheid.
    klassieke kunst met harmonische compositie & vaste maatverhoudingen.
    historische voorstelling.
    kopieën klassieke werken Grieks-Romeins
    beeldkunst: grote technische vaardigheid, gladgepolijste beelden
    schilderkunst: nadruk techniek, koele kleuren, koele zakelijke omgeving, statisch toneelmatige indruk, mensfiguren perfect van vorm en in een sterk bestudeerde houding.
    architectuur: zuil=geen versiering=dragend element, triomfbogen, zegezuilen
  • Period: to

    Neoclassicisme pt.2

    kenmerken:
    evenwicht.
    harmonische composities.
    vaste maatverhoudingen.
    geen overdreven versiering.
    hofkunst verdwijnt > beredeneerde kunst krijgt voorkeur van de machtshebbers.
    neoclassicisme - rationalisme = nadruk op denkvermogen.
    wetenschap, techniek en staatsvorming.
    Verlichting. wetenschap:
    encyclopedie.
    volkssprookjes.
    flora/fauna in kaart.
    evolutietheorie Darwin.
    geschriften romein Vitruvius vormden richtlijn voor de classisistische kunstenaars.
  • Period: to

    Franse Revolutie

  • Romantiek

    Romantiek
  • Period: to

    kunst 19e eeuw

    neoclassisme (kunststroming verlichting) belangrijkste stijl tot 1850 > kunst ander uigangspunt: Romantiek (sentimenteel>dramatische werkelijkheid) > realistische kunst. impressionisme, expressionisme en symbolisten alle ontwikkelingen begonnen bij een revolutie
  • Period: to

    Post-Impressionisme

    lijkt op impressionisme, maar met een nieuwe groep mensen.
    snel.
    schets-achtig.
    verschillende beelduitingen.
    meer autonoom > meer vanuit de kunstenaars ideeën.
    19e eeuw.
    vormde avant-garde.
    Vincent van Gogh.
    Paul Gauguin.
    Paul Cézanne.
  • Period: to

    19e eeuw

    De verlichting.
    Neoclassisisme.
    Romantiek.
    Realisme.
    impressionisme.
    expressionisme.
    symbolisme.
    vrijheid-verstand-gevoel.
    ontstaan camera.
    absolutisme.
    nieuwe klassenmaatschappij.
    Industriële revolutie.
    bourgeoisie.
  • Period: to

    19e eeuw (in de geschiedenis)

    franse revolutie.
    industriële revolutie.
    klassenmaatschappij.
    vrouwenemancipatie.
    kerk en staat gescheiden>recht mens opgeschreven>nieuwe franse grondwet
    politiek: nationalisme, liberalisme, socialisme, begin emancipatie.
    belangrijk: kinderarbeid, verlichting, stoommachine, economische vrijheid>kapitalisme.
    klassenmaatschappij: grote verschillen, weinig werk>mensen naar steden, bourgeoisie = handelaars/fabriekseigenaren macht+adel/geestelijkheid.
    vrouwen = niet werk hoge klassen.
  • Period: to

    19e eeuw (in de geschiedenis)

    rol van kunstenaars:
    gevoel/visie uitdrukken.
    vanuit zichzelf, niet uit opdracht.
    creativiteit als uitgangspunt.
    artistieke oprechtheid.
    innerlijk compas.
    neostijlen = terugkijken oude stijlen, keuze stijl afgestemt functie vh gebouw, eclectisme=vermenging v vroegere stijlen
    rationalisme>expressionisme>functionalisme>traditionalisme>structuralisme.
    opbouw tempel G&R.
    gebouwen gemaakt om naar te kijken; kerken=gotisch
    rijksmuseum/centraal station.
  • Period: to

    19e eeuw (in de geschiedenis)

    architectuur/bouwkunst:
    bescherming&beschutting.
    teken des tijds=van alle kunstvormen is architectuur het meest verbonden met de sociale en maatschappelijke veranderingen.
    weerslag vd cultuur.
    industrialisatie, snelle fabrieksbouw.
    ingenieurskunst>nieuwe materialen/technieken: gietijzer, gewapend beton (met ijzerdraad), skeletbouw=stalen skelet, pre-fab bouw > christal palace (stalen frame+glas)
    beton en staal overal.
    Arts&Crafts=reactie neostijlen.
    Art Nouveau=FA/Jugendstil=DU>wel modern techn.
  • Period: to

    Pointillisme

    gemaakt door kleine puntjes.
    alledaagse mensen.
    afstand/grootte tussen de stipjes = donker/licht.
    kunstenaars zijn herkenbaar.
    momentopnames.
  • Period: to

    Romantiek

    Individuele expressie van emoties.
    persoonlijke beleving religie/bovennatuurlijke/kosmische.
    vlucht uit de werkelijkheid.
    menselijke verbeeldingskracht (dromen/nachtmerries).
    belangstelling voor exotische culturen.
    escapisme (reactie op industrialisering).
    kunstenaar is autonoom, kenner vh sublieme.
    reactie tegen gevestigde academische stijl.
    verlangen
    vluchten
    natuur
    drama (onbereikbare liefde, heroïek, melancholie)
    gevoel
    imitaties
  • Period: to

    Napoleon Bonaparte's keizerrijk

    leider van de revolutionairen.
    word bekend als generaal.
    zijn voorbeeld was het Romeinse keizerrijk.
    1804: kroont zichzelf tot keizer
    laatste periode neoclassicisme = empire genoemd, Napoleontische stijl, inspireerd door klassieke oudheid, bewust bedacht door Napoleon.
  • Uitvinding fotografie

  • Neoclassicisme

    Neoclassicisme
    de ware stijl.
    strakke lijnen en vormen.
    18e en 19e eeuwse kunst geïnspireerd door de klassieke periode.
  • Period: to

    Paul Cézanne

    voorloper kubisme.
    gericht structuur/vorm.
    vluchtig/schilderachtig.
    meer nadenken in vormen.
    meervoudig perspectief.
    abstraheren natuur tot geometrische vormen.
  • Olieverf in tubes

  • Communistisch Manifest

  • Communistisch manifest

    Karl Marx en Friedrich Engels.
    kant van de onderdrukte fabrieksarbeiders.
    realisme.
    communisme.
    voorwaarden voor fabrieksarbeiders.
  • Period: to

    Paul Gauguin

    post-impressionist.
    felle kleuren.
    weergeven gedachtes door symbolisch/vanuit geloof.
    vertegenwoordiger symbolisme.
    gevoel/gedachten.
    voorloper Frans expressionisme.
    weinig perspectief/vlakke kunst
  • school van Barbizon

  • Period: to

    Vincent van Gogh

    2 schilderijen verkocht in zijn leven.
    brieven aan zijn broer.
    NL/FA.
    penseelstreken/streepjes = toetsen.
    latere waardering.
    voorloper expressionisme.
    alle impressionistische kunstenaars ontdekten hun eigen technieken en nieuwe dingen, eigen manier/stijl.
    subjectief weergeven persoonlijke gevoelens.
    duidelijke geel en blauw, eigen keus.
    post-impressionist.
  • 1e Salon des Refuses

  • Period: to

    Impressionisme

    vernieuwing=moderniteit.
    mens-modern leven/denken.
    realisme losgelaten>impressie/ervaring belangrijker.
    stabiele wereld verplaatst impressies.
    kunstenaarsgroepen (bewust)>haagse&amsterdamse school.
    ontstaan in FA.
    ontstaan kunsthandel.
    toevoeging emotie/ervaring kunstwerk.
    eigen maken > interesse opwekken.
    richting modernisme.
  • Period: to

    Impressionisme

    kenmerken:
    alledagse taferelen.
    momentopnames, snel gemaakt.
    observeren.
    lichtval van het exacte moment.
    licht/kleur/atmosfeer.
    plein-air= snelle directe schilderstechniek.
    schets-achtig.
    kleur in schaduwen.
    invloed fotografie.
    compositie niet gekozen, toevallig neergezet.
    impressionisme=impressie=indruk vh moment.
    kleuren onrealistisch, bepaald door het licht.
  • Period: to

    Modernisme

    op andere manier schilderen.
    verzamelnaam voor nieuwe stromingen.
    kunst vd westerse maatschappij in het eerste deel van de 20e eeuw,
    wat vooraf ging: Industrialisatie, politiek veranderde, scheiding kerk/staat.
    eigen stijl.
    niet aan de regels houden.
    "als de toekomstige mens het maar begrijpt".
    alles mag.
    toendertijds vernieuwend.
    verschillende materialen: videos, hedendaagse spullen (meer dan alleen verf).
    tijd van de wereldoorlogen.
  • Period: to

    Modernisme pt.2

    onrealistisch.
    -isme's.
    idealisme = utopische visie; iets wat voor jou een betere/perfecte wereld maakt.
    scheiding hoge/lage kunst.
    autonomie vd kunst.
    stilistische zuiverheid.
    formalisme.
    functionalisme.
    originaliteit.
    manifesteren, laten zien waar je voor staat (als stroming).
    groepen kunstenaars, niet hele westerse wereld hetzelfde.
    reden vd kunst: nadruk op authenticiteit en betekenis.
    reactie op het estheticisme en realisme.
  • Period: to

    20e eeuw

    veel uitvindingen gedaan.
  • Der blaue reiter logo

    Der blaue reiter logo
    schilderij Kandinsky.
    nieuwe kunstideeën geformuleerd in een almanak.
    almanak: jaarlijkse publicatie met steeds terugkerende informatie op bepaalde gebieden, deels geordend volgens kalender
  • Die Brücke

    4 studenten.
    opgericht in Dresden.
    expositie en oprichting tijdschrift.
    brug tussen mensen onderling & de toekomst.
    felle kleuren; onnatuurlijk.
    meer kennis van verdere regio's.
    bewondering japanse houtsneden.
    grafische kunst nieuw impuls.
    kunst achterliggende gedachte.
    nieuwe ethiek.
    gewelddadige stijl.
    entartete kunst.
    los maken academische stijltheoriën.
    Duits expressionisme.
    creatief vermogen direct en eerlijk verbeelden.
    eigen emotie manifesteren.
    inspiratiebron: Edvard Munch.
  • Die Brücke

    Die Brücke
  • Die Brücke

    Die Brücke
  • Period: to

    Fauvisme

    exposeerden met elkaar 'de Fauves' in een salon.
    de fauves = wilde beesten.
    laten zien wat nooit echt eerder gedaan was.
    kritici niet echt mee eens.
    belangrijke Fauvist: Henri Matisse.
    Expressieve kleurvlakken.
    vorm (!) raakt ondergeschikt.
    felle kleuren (!), nauwelijks gemengd; niet kloppend aan de werkelijkheid.
    expressief naar voren komen.
    niet natuurgetrouw.
    onafhankelijkheid manifesteren.
    versimpelen.
    vlakheid.
  • Fauvisme

    Fauvisme
  • Fauvisme

    Fauvisme
  • Fauvisme

    Fauvisme
  • Period: to

    Futurisme

    Ontstaan aanloop WOI.
    Dichters/schrijvers grote rol.
    Vooral vorm in muziek/beeldende kunst.
    Verheerlijkte lawaai/beweging/snelheid/techniek/oorlog/dynamiek.
    Toekomstgericht.
    Idealiseerde alles dat nieuw/modern/snel was.
    Bewondering machinetijdperk.
    Hoog tempo verandering.
    Uitvindingen: Elektriciteit/stoommachine/auto/trein/tram/1e vliegtuigen/radio/telegrafie/kunststof/fotografie/film.
    Inspiratiebron: geïndustrialiseerde samenleving.
    Opstand tegen gevestigde normen/waarden/tradities.
    Oud > Weg.
  • Period: to

    expressionisme

    ziel van iets uitdrukken.
    uiting eigen emotie.
    vormen loslaten, onrealistisch.
    geabstraheerd, figuratief.
    andere kleuren dan werkelijkheid.
    interesse in innerlijk leven; wat afspeelt in jezelf.
    gevoelswereld naar buiten brengen.
    spontane wijze.
    mens: geïsoleerd, hopeloos, in de greep van onbegrijpelijke krachten.
    angsten irrationele driften.
    grof.
    beweeglijk, dynamisch.
    factuur.
    individuele subjectieve expressie.
    persoonlijke uiting gevoelens.
    duidelijke vormen.
    geen details.
    felle kleuren.
  • Period: to

    Der Blaue Reiter

    groep duitse kunstenaars.
    tijdschrift uitbrengen/in de wereld brengen.
    belangrijke kunstenaar: Wassily Kandinsky.
    minder figuratief > richting abstract.
    scheppende geest; als mens in je hebben dat je iets kunt bedenken.
    internationaal bekend.
    niet iedereen binnen groep dezelfde stijl > elkaar aansteken iets nieuws te verzinnen.
    kleurgebruik: emotie (!) met kleur, felle kleuren.
    vanuit gevoel > creatief vermogen.
    ontstaan in München.
    expressionistisch.
    ongeorganiseerd.
    eigenzinnigheid.
  • Der blaue reiter

    Der blaue reiter
  • Der blaue reiter

    Der blaue reiter
  • Der blaue reiter

    Der blaue reiter
  • Period: to

    Andy Warhol

    reclame als kunstvorm.
    20e eeuw.
    pop art.
    carrière begon als commercieel illustrator.
    vermenigvuldigd advertenties en foto's uit kranten en tijdschriften als reclame voor zichzelf.
    massacultuur.
  • Period: to

    Pop Art

    imago/identiteit van de kunstenaar vaak zorgvuldig opgebouwd.
    reageerde op de oppervlakkigheid van de consumptiemaatschappij.
    smaakgevoel wordt beïnvloed door reclame/tijdschriften/tv/film doordat sommigen kolossale werkstukken maakten, of eindeloze reeksen identieke portretten vervaardigden.
    reactie op het Abstract Expressionisme.
    kunstenaars aftand van hun werk in tegenstelling tot Abstract Expressionisme.
    objectief.
    vervreemdingstheorie: toneelstuk opzettelijk afstand ten opzichte toeschouwer
  • Period: to

    Pop Art

    moderne kunst.
    in alle landen waar industrialisatie en commercie een grote ontwikkeling doormaakten.
    figuratief
    speels gebruik van de symbolen van de Westerse consumptiecultuur.
    ironie.
    humor.
    gebruik alledaagse voorwerpen.
    Vervreemding door vergroting of herhaling, of door gebruik van ongebruikelijke materialen.
    collageachtig.
    Geen persoonlijk handschrift van de kunstenaar > werken soms gemaakt door anderen.
    ready mades: kant-en-klare, bestaande voorwerpen.
  • Period: to

    Nouveau réalisme

    verwante stroming pop art.
    in Frankrijk.
  • Period: to

    21e eeuw

    hedendaagse tijd.