-
Gebeurtenis 1: Emmi loopt weg van huis
Emmi is het beu. Haar ouders kijken niet meer naar haar om en ook op school hoort ze nergens bij. Ze is een Potentieel, iemand die nog geen plaats in een talentengroep heeft gevonden.
Daarom zij haar ouders heel teleurgesteld in haar.
Emmi heeft meer en meer het gevoel dat niemand naar haar omkijkt en ze opgaat in de massa.
Daarom besluit ze om haar ouders te laten schrikken en van huis weg te lopen. -
Gebeurtenis 2: Emmi ontdekt dat iedereen thuis verdwenen is
Als Emmi 's morgen wakker wordt, besluit ze dat het wel genoeg is en dat ze terug naar huis kan gaan.
Als ze haar huis binnen gaat, ziet ze niemand.
Ze begint het huis rond te lopen, maar er is niemand.
Even denkt Emmi dat het maar een boze droom is en besluit ze terug te gaan slapen. Maar als ze 's middags terug wakker wordt, moet ze de harde werkelijkheid onder ogen zien. -
Period: to
Gebeurtenis 3: helemaal alleen
Emmi besluit niet bij de pakken te blijven zitten en gaat in heel de buurt rondbellen. Ze krijgt altijd hetzelfde resultaat : niemand doet open. Emmi wordt helemaal gek en en begint onbedaard te huilen.
Ze gaat naar huis en zit dagenlang alleen voor zich uit te staren. -
Gebeurtenis 4: niet meer alleen ...
Als Emmi na dagen van huilen en niets doen in de spiegel kijkt schrikt ze. Ze ziet een bang, ziekelijk, verwaarloosd meisje.
Ze besluit daar iets aan te doen : ze pakt haar fiets en fiets naar de dichtstbijzijnde stad. Daar komt ze Onerva tegen, de twee meisjes dachten dat ze alleen waren. Ze besluiten dat ze samen blijven, ze gaan samen in het huis van Onerva wonen. Er ontstaat een mooie vriendschap tussen hen, iets wat Emmi nooit gekend heeft. -
Gebeurtenis 5 : de vreemde jongen
Emmi woont nu al een paar dagen bij Onerva.
De meisjes doen alles samen : koken, door de straten rennen, snoepwinkels plunderen, ...
Zo samen voelen ze zich minder eenzaam.
Op een avond wanneer ze op de veranda voor het huis van Onerva een ijsje aan het eten zijn, zien ze ineens een jongen die op hen afkomt.
De jongen stelt zich voor als Altro, hij dacht ook dat hij alleen was .
In het begin zijn Onerva en Emmi nog wantrouwend, maar Altro mag uiteindelijk mee in hun huis trekken. -
Gebeurtenis 6 : weg uit Tampere
Altro vindt dat ze naar alle dichtstbijzijnde steden en dorpen moeten rijden, om te kijken of daar misschien ook nog iemand is.
Onerva vindt het eerst geen goed idee, maar Emmi weet haar te overtuigen. Zo vertrekken ze de volgende ochtend uit het dorp van Emmi (Tampere) met de auto van Onerva's vader. -
Gebeurtenis 7 : Helsinki
Als aankomen in Helsinki wil Onerva een feestje geven.
Ze wil dat iedereen zich opmaakt.
Ze gaan het duurste hotel van de stad binnen en geven een feestje. Een beetje dronken vallen ze later die avond in slaap. -
Gebeurtenis 8 : de gemeenschap op finlandfort
Als Emmi de volgende ochtend wakker word, ziet ze op Finlandfort een groot vuur branden. Altro, Onerva en Emmi kiezen een bootje een vertrekken naar het eiland, waar ze kennis maken met een groep kinderen. Die hebben in de tijd dat Emmi en de anderen aan het rond hangen waren, al een hele gemeenschap opgebouwd. -
Gebeurtenis 9 : Finlandfort
Emmi, Altro en Onerva worden opgenomen in de gemeenschap.
Er zijn wel regels waaraan ze zich moeten houden, maar dat is om de orde op Finlandfort te behouden. Emmi en Onerva krijgen er zo een veel nieuwe vrienden bij. Emmi merkt dat Altro zich meer en meer afzondert van de groep, maar ze heeft ook haar eigen problemen. Ze ziet overal zinnen uit sprookjes, die niemand anders blijkt te zien. -
Gebeurtenis 10 : Het nachtelijk vertrek
De tijd gaat voorbij op het eiland, Emmi heeft het er naar haar zin.
Op een avond is er een groot kampvuur. Als Altro ineens opstaat en wegloopt, let niemand op hem, omdat hij dat wel vaker doet. Enkel Emmi vindt dat verdacht en gaat hem achter na. Ze ontdekt dat hij wil weg varen van het eiland, Emmi besluit met hem mee te gaan. Zo varen ze de donkere nacht in. -
Gebeurtenis 11 : Het mes en het briefje
Altro bestuurt de boot en zegt tegen Emmi dat ze mag gaan slapen. Als ze naar het bed gaat, vindt ze er een briefje met weer een verwijzing naar een sprookje en een mes.
it het briefje maakt ze op dat ze Altro moet vermoorden.
Ze sluipt naar altro en drukt het mes tegen zijn borstkas.
Altro smeekt om hulp en keek om zich heen.
Op eens was alles stil, het water van de zee was onnatuurlijk glad.
Emmi wist niet wat er zou gebeuren, maar één ding wist ze wel.
Het was nu voorbij.