tijdbalk geschiedenis

Wandschilderingen lascaux

17,000 BCE

De schilderingen in een ondergrondse tunnel in Montignac zijn ontdekt door de 17 jarige Marcel Ravidat. Later is hij teruggekomen met vrienden en spullen die hij ervoor kon gebruiken. Toen ze binnenkwamen zagen ze allemaal dierenschilderingen. Later hebben ze hun leraar (Meester Laval) meegenomen. Hij bedacht zich dat het een heel belangrijke vondst was. Later ontdekten ze meerdere gangen (wel 150 meter!). Er zijn uiteindelijk 2500 schilderingen gevonden.

De samenleving van jagers-verzamelaars

15,000 BCE

In 15 000v.c gebruikten jagers-verzamelaars de oever bij de oversteekplaats van Périgueux als tijdelijke kampplaats. In de zomer konden ze veel plantaardig voedsel verzamelen in de omgeving. de jagers aten er vis in de rivier en wild in de bosrijke omgeving.

Einde laatste ijstijd

11,500 BCE

Rond 6000 V.C. waren het zuiden en oosten dicht begroeid met bossen. Omdat het landijs was gesmolten, ging de Noordzee weer volraken. Lager in het westen en noorden van het land ontstonden moerassen en gebieden die tijdens vloed overstroomden.

eerste dier

11,000 BCE

Het oudste huisdier is de hond. Zelfs. De mensen hebben van wolven: honden (door ze te fokken) gemaakt. De reden waarom is omdat honden goed waren tijdens de jacht. Sinds de landbouwrevolutie gingen mensen ook andere dieren fokken. Ze kozen de soort: in verband van de situatie. Als ze te weinig wol hadden lieten ze schapen met dikke wol voortplanten. Het tam maken van dieren heet domesticatie.

Ontstaan van landbouw in Midden-Oosten

10,000 BCE

Eerst verzamelden ze graankorrels in het wild. Daarna ontdekten ze dat ze graan opnieuw konden laten groeien door stukjes graan in de grond te stoppen. Hiermee ontstond rond 10.000 V.C. de akkerbouw. Later ontstond de veeteelt door doordat mensen dieren hielden en allemaal dingen ermee deden (zoals afslachten, melken, scheren voor de wol). Het verspreidde van het Midden-Oosten over Azië, Europa en Midden-Oosten.

Boomstamkano

6500 BCE

Jager-verzamelaars gebruikten dit ding 9600 jaar geleden om het water op te gaan voor: jagen, vissen. Met stenen bijlen hebben ze de kano eruit gehakt. Dat was zwaar werk (mensen denken dat het niet met 1 man gedaan werd maar wel met meerdere mannen). De boot was voor meerdere mensen bedoeld. Eigenlijk deelden ze bijna alle dingen zoals: eten, drinken, spullen en meningen. Zo kwamen mensen erachter dat er weinig verschil zat in bezit.

IJstijd ontdooid

6000 BCE

De laatste ijstijd eindigde rond 11.500 V.C. de oorzaak van het smelten was een verandering in de temperatuur.

Eerste boeren in Nederland

5000 BCE

Omstreeks 5000 V.C stichtten boeren hun dorpen bij vruchtbare gronden in Zuid-Limburg. Daarna verspreidde de landbouw heel langzaam. Pas 2000 jaar later was de landbouw heel Nederland door gegaan.

boeren in Frankrijk gingen hun eigen voedsel produceren.

5000 BCE

Omstreeks 5000 v.c. ontstond in Frankrijk een landbouwsamenleving. Daardoor ging Frankrijk hun eigen voedsel produceren.

Giften uit een graf

5000 BCE

Als iemand rijk was waren er ook veel meer spullen te vinden in hun graf dan als je arm was giften voor het graf werden gegeven omdat ze geloofde dat er een leven na de dood was en ze spullen nodig hadden voor de reis naar het volgende leven. Er werden voorbeeld trechterbeker, bijlen en vuurstenen mes.

Jagen, vissen en verzamelen

4300 BCE

De mens kon pas leven na de ijstijd. Het waren jager-verzamelaars geworden. Ze overleefden door te jagen, vissen en voedsel verzamelen. Ze trokken rond als nomaden. De mens had veel aan de natuur, zoals: dierlijk/plantaardig voedsel.In de lente jaagden ze vooral op vissen uit de rivieren. In de zomer zochten ze schelpdieren en jaagden ze op zeehonden en zeevogels. In de herfst verzamelden vrouwen noten, vruchten en knollen. In de winter jaagden ze op pelsdieren en waterwild.

Hunebedbouwers

3400 BCE

In Noord-Nederland hebben de mensen hunebedden gemaakt. Vanaf 3400 V.C gebouwd door boeren. Hunebedden zijn bedoeld als grafkamer. Nu is er niet meer veel van over (alleen maar een paar stenen). Als er doden in werden gelegd kregen ze van alles mee (potten, eten, sieraden).

dorpen worden steden

3000 BCE

Egypte had een bloeiende economie. De mensen leefden steeds meer ambachten en handel. Daardoor nam de bevolking meer en meer toe. Er groeiden sommige dorpen rond 3000 v.c. uit tot steden. Er ontstond een landbouwsamenleving.

hiërogliefenschrift uitgevonden.

3000 BCE

Het hiërogliefenschrift betekent heilige inkervingen. Vroeger was schrijven heel knap. Bijna niemand kon schrijven. Het waren eigenlijk allemaal tekeningen die 1 verhaal vormden.

Farao's laten piramides bouwen

2650 BCE

Als een farao aan de macht kwam, begonnen ze gelijk met het bouwen van de piramide. Deze piramides zijn ongeveer 146,5 m hoog. De piramides zitten vol valstrikken. De farao z'n graf zit midden in de piramide (zodat de farao moeilijk te vinden is).

Eeuwig leven

2000 BCE

Het was in Egypte belangrijk dat je geloofde in het hiernamaals. Heel wat architectuur en kunst hadden hier wat mee te maken. Ze geloofden vroeger dat de ziel van je lichaam na de dood voortleefde. Maar de ziel moet ook terug kunnen keren naar het lichaam. Daarom werd het lichaam gemummificeerd, zodat het lichaam goed bleef.

toetmozes aan de macht

1500 BCE

toetmozes begon aan de expansie van het land. Hij probeerde de delen van Syrië te veroveren (en dat lukte). Hij versloeg ook de Nubiërs (ten zuiden van Egypte). Toetmozes kwam tevreden terug met veroverde plaatsen. Toetmozes wist niet van ophouden.

uitbreiding van het rijk

1500 BCE

Toetanchamon kwam aan de macht. hij begon aan de expansie van Egypte. met een beroepsleger veroverd hij delen van Syrië. hij versloeg ook Nubiërs. met trots kwam hij terug met het lijf van de koning van de Nubiërs aan de boeg van zijn schip. na Toetanchamon kwamen er nog vier eeuwen farao's die heerste over Egypte. de veroveringen leverden veel rijkdom op in Egypte.

1020 v.c. koningkrijk israel met als koning Saul

1020 BCE

Na de uittocht van Egypte konden de joden weer in Kaanaan wonen daar ontstond rond 1020 v.c. Het koninkrijk van israel met Saul als koning. Daarvoor regeerde David en Salomo. Salomo liet een tempel bouwen rond 960 v.c. in Jeruzalem. Na de regering van hem viel het koninkrijk uit in meerdere koninkrijken.

de perzen veroveren babylon en zei lieten de joden terugkeren naar kaanaan.

539 BCE

In 586 v.c. veroverde de babyloniers het gebied. En ze wisten niet van ophouden. Ze verwoesten joodse tempels en voerde joden af als slaven naar Babylon. In 539 v.c. veroverden de persen de babyloniers en lieten de slaven (de joden) vrij.