-
Period: 20,000 BCE to 3000 BCE
Jagers en verzamelaars
Na de ijstijd konden er weer mensen leven. Hun middel van bestaan was jagen, vissen en voedsel verzamelen. Ze vertrokken van plek naar plek en bleven maar 5 dagen op de zelfde plek, want na 5 dagen is het voedsel in de buurt op dus dan moeten ze naar een andere plek om voedsel te vinden. -
15,000 BCE
Grotschilderingen van Lascaux
Op 8 september 1940 liep de 19 jarige Marcel Ravidat rond op het landgoed van Lascaux. Hij had gehoord dat daar een ondergrondse tunnel was, en hij vond de ingang naast een boom. Vier dagen later ging hij terug met vier vrienden en ging de grot in. En daar vonden ze allemaal grotschilderingen uit de prehistory. -
11,500 BCE
Einde laatste ijstijd
Over Noord-Europa lag een grote ijskap. De Noordzee was droog gevallen doordat er zoveel ijs lag. Nederland was een poolwoestijn waar geen mens kon leven. -
11,000 BCE
Dieren houden.
Rond 11000 v.c. temden de jagers en verzamelaars al dieren zoals: wolven, schapen, geiten en varkens. Van wolven maakten ze jacht honden voor de jacht en ze fokten schapen, varkens en geiten voor hun wol en eten. Ook maakten ze van hun botten wapens voor de jacht. -
10,000 BCE
Eerste landbouw nederzettingen in het Midden-Oosten.
Jagers en verzamelaars verzamelden eerst graankorrels. Op een bepaald moment ontdekten ze dat ze graan korrels zelf konden laten groeien, door een deel van de geplukte graan korrels in de grond te stoppen. -
8500 BCE
De vruchtbare halve maan
In het Midden-Oosten was een gebied dat de vruchtbare halve maan werd genoemd. Ze bedachten die naam omdat de vorm waar de vruchtbare grond is in de vorm van een halve maan is. De jagers en verzamelaars verzamelden daar tarwe en gerst, maar toen ontdekten ze dat ze het ook konden planten. -
5000 BCE
Eerste boeren in Nederland
Rond 5000 v.c. stichtten de eerste boeren hun dorpen op vruchtbare grond in Zuid-Limburg. Het duurde heel lang voordat de landbouw zich had verspreid over heel Nederland zo'n 2000 jaar. Dat komt natuurlijk omdat ze toen nog geen goede communicatie middelen hadden. -
3600 BCE
Ambachten
Rond 3600 v.c. had er een pottenbakker gewoond de potten maakte voor klanten in de buurt, dat liet zien dat er meer te doen was dan alleen op het land te werken. Door het landbouw overschot konden sommige mensen zich specialiseren in ambacht, zoals pottenbakken of het maken van kleren of het bewerken vn metaal. -
3400 BCE
De hunebedbouwers
De eerste boeren in Nederland lieten sporen achterin de vorm van hune. Deze naam is bedacht door mensen die dachten dat het van hunen gemaakt was. De hunebedden waren grafkamers. Normaal zijn ze met zand bedekt waardoor het eruit zach alsof het een heuvel was. Doden die er werden neergelegd kregen potten, eten en drinken mee bij hun graf. -
3000 BCE
Ontstaan van steden en staten
De leiders zorgden er voor dat ambtenaren en priesters betaald kunnen worden, en daardoor hielpen ze bij het organiseren van de landbouw en het overheersen van de bevolking. Zo ontstonden er staten en vorsten. Egypte had een bloeiende economie . Door de welvaart nam de bevolking toe en groeiden dorpen uit tot steden. -
3000 BCE
Ontstaan van het hiërogliefenschrift
De Egyptenaren hadden hun eigen schrift met moeilijke tekens die alleen zij konden lezen. Die tekens werden in stenen gekerfd maar dat is niet handig voor priesters en administratie dus bedachten ze het hiërogliefenschrift. Nu konden ze veel sneller een brief snijden. -
3000 BCE
Piramides en graven.
In de tijd van de Egyptenaren hadden ze piramides die met de hand gebouwd werd, dat duurde wel zo'n 20 jaar en er werd ook nog wel met 100.000 mensen aan gewerkt voordat zo'n piramide af is. En als die piramide dan uiteindelijk af is hebben ze binnen ook nog een doolhof. In die tijd waren mensen met een hoge betekenis in een piramide gegraven en werden daar potten, eten, goud, vervoermiddelen en zelfs dienaren. -
3000 BCE
Egypte word één staat
Rond 3000 v.c. veroverde koning Narmer Egypte. Egypte werd voor het eerst geleid door één koning. Het was de eerste grootte staat in de wereld met een centraal bestuur. Narmer liet op de grens van boven en beneden Egypte een nieuwe stad bouwen: Memphis die nu Luxor heet. -
2300 BCE
Nomaden plunderen Egypte
Rond 2300 v.c. plunderden nomaden uit de graven van farao's en uit Egyptische voorraadschuren. Egypte zette toen een leger op van tienduizenden mensen. Het leger plunderden de huizen van de nomaden leeg en staken ze in brand. De farao moest naast het tevreden houden van de goden ook zorgen dat Egypte niet uiteen viel. Dat was 2 keer gebeurd -
2000 BCE
Godenwereld
De Egyptenaren geloofden in goden. De oppergod was eerst de zonnegod Ra. Hij maakte 2 goden die samen 4 kinderen kregen. Osiris, Seth, Isis en Nephthys. Zij maakte weer andere goden zoals Horus. In totaal eerder de Egyptenaren honderden goden. Amon was eerst de god van de wind, die vooral in Thebe werd vereerd. Maar toen Thebe de hoofstad werd werden zonnegod Ra en Amon samen gevoegd en was de nieuwe oppergod Amon-Ra. -
1800 BCE
Abraham
De geschiedenis begon ergens tussen 2000 v.C. en 1600 v.C. bij Abraham. Hij leefde als een gewone nomade in Mesopotamië. Hij geloofde maar in 1 god en dacht dat hij de goddelijkste god was, maar dat was raar want iedereen in Mesopotamië geloofde wel in meer goden. Volgens de Tenach moest Abraham van god naar Kanaän gaan. Daar sloot god een verbond met hem, god gaf Kanaän aan Abraham en in ruil voor Kanaän mochten ze geen andere goden aanbidden. Enzo werd Achmed de leider van Kanaän. -
1650 BCE
Papier
Egyptenaren schreven op muren en stenen. Dat was heel onhandig voor de belasting enzo. Daarom hadden ze het papyrusblad daar konden ze veel makkelijker op schrijven. De naam papier stamt ook af van de papyrus. Nu ze papier hadden en konden schrijven was het een stuk makkelijker. -
1500 BCE
Farao Toetmozes
In 1500 v.c. kwam Toetmozes aan de macht. Hij begon met het veroveren van landen en staten, zo versloeg hij Syrië die ten noordoosten van Egypte ligt en hij versloeg ook de Nubiërs die ten zuiden van Egypte liggen. De veroveringen van Toetmozes leefden een groot rijkdom op. -
1353 BCE
Achnaton
Toen Amenhotep in 1353 v.c. aan de macht kwam mochten de Egyptenaren maar 1 god aanbidden en dat was de god anton. Amenhotep veranderde toen naar Achnaton. Toen in 1336 v.c. Achnaton dood ging kreeg een jongen van 9 jaar de macht over Egypte. -
1020 BCE
Koningkrijk Israël en Juda
Toen de joden weer in Kanaän gingen wonen ontstond er rond 1020 v.C. een koninkrijk met Israël en als leider Saul. Na hem regeerde eerst David en toen Salomo. Salomo liet een tempel bouwen boven in de hoofdstad Jeruzalem. Toen de Babyloniërs het gebied vernamen vernietigde ze de tempel. Maar toen de Perzen het gebied veroverde lieten ze een hele nieuwe kerk bouwen voor joden.