Tijdvakken kenmerkende aspecten

de vroeg moderne tijd

  • Period: 1500 to

    de tijd van ontdekkers en hervormers

    Hoofdstuk 5
  • Period: to

    de tijd van regenten en vorsten

    Hoofdstuk 6
  • Period: to

    de tijd van pruiken en revoluties

    Hoofdstuk 7, ookwel de eeuw van de verlichting genoemd
  • Voltaire: boek prees de constitutionele monarchie GB

    FR zag dit als kritiek en liet het openbaar verbranden, Voltaire vluchtte. FR was het land van de verlichting maar ook van onvrijheid.
    Het bestuur voor de democratische revoluties wordt het 'ancien regime' genoemd. Na Lodewijck de 16de kwamen andere Lodewijcks aan de macht die verandering tegen probeerde te houden.
    Er was nog steeds een standen maatschappij en de bourgeoisie (rijke burgerij) had niets te vertellen.
  • Period: to

    Verlicht koning in Pruisen

    Frederick de Grote was de succesvolste vertegenwoordiger van het verlicht absolutisme. Hij zag zichzeld niet als dienaar van God maar als 1ste dienaar van de staat. Hij verbood martelen, en stond godsdienst- en persvrijheid toe, wel had hij en veel andere edelen (met horigen) nog absolute macht. Hij had de Pruisische edelen (junker) nodig.
  • Montesquieu geeft boek over trias politica uit

    Deze gescheiden machten zouden elkaar in evenwicht houden en corruptie, machtsmisbruik en en onderdrukking voorkomen
    Meer politieke ideeen: Locke: koningen en regeringen krijgen hun macht niet van god, maar van de burgers. Er moesten mensen rechten en een rechtstaat komen en burgers mochten bestuurders zo nodig vervangen. Rousseu: het hoogste gezag was afkomstig van het volk, moest ook gezag uit hun naam beoefenen (volkssoevereiniteit), de algemene wil. Belangrijker dat individuele belangen
  • FR filosofen begonnen aan de encyclopedie

    in de 18e eeuw meenden ontwikkelde mensen dat kennis en verstand de mensheid hielp vanuit de duisternis het licht te komen. Er was optimisme dat met rationalisme en verstand de wereld beter maakten.
    De wetenschappelijke revolutie uit de 17e eeuw werd voortgebouwt naar de verlichting van de 18de eeuw.
    Er ontstonden ook genootschappen
  • Willem V wordt stadhouder

    volgde zijn vader op en ging nog meer dan in de 17e eeuw op een vost lijken. Het werd erfelijk verklaart en op huize ten bosch groeide de hofhouding op vorstelijke allure. De sociale verhoudingen waren voor vele nadelig en de bloeitijd van NL was voorbij. De overheid had veel schulden, maar regenten werden steeds rijker, maar door terwijl de republiek op een monarchie begon te lijken, beleven die schulden maar groeien.
  • Rousseu: alle mensen zijn van nature gelijk

    Hij behoorde tot de groeiende groep verlichte denkers, die vonden dat de bestaande ongelijkheden in strijd met de rede waren.
    De 18e eeuw zat vol met ongelijkheid.
    Voltaire vond dat maar 10% van de bevolking zelf kon nadenken en dat het dus maar goed was dat ze zich konden laten leiden door het gezag van de adel of de heer. Het was geen probleem dat ze arm en achtelijk bleven Voltaire was wel een deist en fel bestrijder van godsdienstige bekrompenheid en bijgeloof.