-
10,000 BCE
Prehistorie - beeldhouwkunst
Voorstelling:
- Vrouwenfiguur
- Gevlochten haar, waardoor je haar gezicht niet kan zien
- ??
Vormgeving:
- Gemaakt van kalksteen
- Geïdealiseerd
- Gestileerd -
Period: 10,000 BCE to 476
Oudheid (paragraaf 1.1)
-
Period: 10,000 BCE to 800 BCE
Prehistorie (paragraaf 1.2)
-
Period: 10,000 BCE to 6000 BCE
Oude steentijd
- eerste mensachtigen drie tot vijf miljoen jaar geleden, vanaf dan rituelen en vormen van beeldende kunst, muziek, dans
- nomaden: leven van jacht, visvangst en verzamelen planten en vruchten
- eenvoudige werktuigen van steen, ivoor, bot en hout
- kunstvoorwerpen gedetailleerd en figuratief
- bekende voorbeelden: grotschilderingen en Venusbeeldjes
-
8000 BCE
Prehistorie - schilderkunst
Voorstelling:
- Jagers
- Dieren
- Gevecht tussen twee groepen
Vormgeving:
- Gestileerde mensen en dieren
- Natuurlijke/aarde kleuren
- Het is getekend op een rotsmuur -
Period: 6000 BCE to 2000 BCE
Jonge steentijd
- mensen vestigen zich, maar naast dieren en akkers ook nog jagen en verzamelen
- verfijndere gereedschappen van steen, ivoor, bot en hout naast nieuwe uitvindingen zoals het wiel
- kunst: meer geometrische en vereenvoudigde vormen
- eerste architectuur: houten en lemen boerderijen, hunebedden en later grote megalithische constructies
- bekende voorbeelden: aardewerken voorraadpotten en Stonehenge
-
3000 BCE
Prehistorie - architectuur
Voorstelling:
- Één ruimte
- Huis
- ??
Vormgeving:
- Leem
- Hout
- Riet -
Period: 2000 BCE to 800 BCE
Bronstijd
- mensen hebben vaste woonplekken, eerste versterkte steden ontstaan
- uitvinding brons (legering van koper en tin): betere landbouwwerktuigen, voertuigen en wapens
- kunst: naast geometrische vormen weer meer figuratie
- schrift ontstaat, dus betere communicatie
- einde prehistorie door uitvinding schrift en ijzer
-
Period: 800 BCE to 150 BCE
Grieken (paragraaf 1.3)
-
Period: 800 BCE to 480 BCE
Archaïsche periode
- vooral geometrische patronen op gebruiksvoorwerpen
- sculpturen zijn statisch en gestileerd
-
Period: 753 BCE to 476
Romeinen (paragraaf 1.4)
-
540 BCE
Grieken - schilderkunst
Voorstelling:
- Er zijn twee mannen aan het vechten
- Aan de linkerkant van de mannen staat iemand met iets van een blad
- Aan de rechterkant staat iemand die wijst naar de vechtende mannen Vormgeving: - Evenwichtige compositie - -
Period: 480 BCE to 323 BCE
Klassieke periode
- periode begint wanneer de Grieken de Perzen verslaan
- artistieke en intellectuele bloeitijd; mensfiguren steeds realistischer afgebeeld
- kunst vooral bekend uit kopieën en beschrijvingen van de Romeinen
- periode eindigt met de dood van Alexander de Grote
-
Period: 323 BCE to 150 BCE
Hellenistische periode
- effect van uitbreiding territorium Alexander de Grote zichtbaar, zijn (Griekse) cultuur mengt met die van het Nabije Oosten. Tegelijkertijd oefent oriëntaalse cultuur (oosterse cultuur) invloed uit op de Griekse; mengcultuur brengt de hellenistische kunst voort
- theatrale, levensechte, dynamische kunst
- veroveringen van Romeinen op de Grieken betekent einde van deze periode