-
5300 BCE
Hunebedden
Van de tijd van de jagers en boeren is weinig terug te zien in Nederland, behalve in de provincie Drenthe. Daar vind je nog zichtbare sporen: de hunebedden. Dit zijn grote stenen die door de hunebedbouwers op elkaar gestapeld zijn. Deze rotsformaties dienden als begraafplaats. -
Period: 5300 BCE to 3000 BCE
Tijd van jagers en boeren
De oudste mensen zijn jagers/verzamelaars. Zij trekken rond in stammen, op zoek naar voedsel. De mannen jagen en de vrouwen verzamelen. Het jagen/verzamelen gaat over in de komst van de boeren. Akkerbouw ontstaat sinds 9000 voor Christus, veeteelt vanaf 7500 voor Christus. Het verbouwen van granen en het houden van vee leidt tot het ontstaan van blijvende nederzettingen. Nomadisch leven is niet langer nodig. In Midden-Europa komen veel landbouwers: de Bandceramiekers. -
3500 BCE
Huisvesting jagers en boeren
De jagers/verzamelaars slapen en wonen in kampen. De hutten of tenten zijn gemaakt van materialen die gevonden werden in de natuur: huiden van dieren en takken van bomen.
De huisvesting in de periode van de boeren bestaat uit lange, rechthoekige huizen (Bandceramiekers). De boeren verbouwen hun eigen voedsel in de buurt van hun huizen. De boeren hoeven nu niet meer rond te trekken om naar voedsel te zoeken. -
Period: 3000 BCE to 500
Tijd van Grieken en Romeinen
Een van de belangrijkste ontwikkelingen in deze periode, is het ontstaan van steden en de ontwikkeling van het Romeinse rijk. Vanuit Rome trekken de legers erop uit om een groot gebied te veroveren. Ook een deel van Nederland hoort enige tijd bij het Romeinse rijk. Onder leiding van legerleider Julius Caesar val het Romeinse leger de Lage Landen (het huidige Nederland en Vlaanderen) binnen rond 49 voor Christus. -
50 BCE
Huisvesting Grieken en Romeinen
Rijken wonen in grote villa’s, armen wonen in kleine stenen huisjes of krotten. Er bestaan huizen voor een hele familie (domus) en huizen voor gezinnen. Dit zijn een soort flats met meerdere verdiepingen (insulawoningen).
Villa’s van rijke Romeinen bestaan uit verschillende
kamers die rijkelijk versierd zijn. Daarnaast staat een
villa vaak op een terrein, waar o.a. ook een brouwerij, smederij en badhuis te vinden kan zijn.
Bovendien werken en wonen er vaak slaven. -
49 BCE
Romeinse Limes
De Romeinen veroveren het land ongeveer tot aan de Rijn. Deze rivier vormt de Romeinse Limes (het Latijnse woord voor grens). De Romeinen gebruiken de Rijn als transportlijn om voorraden mee aan- en af te voeren. -
500
Huisvesting monniken en ridders
In het noorden en oosten van de Lage Landen wonen veel boeren die hun eigen stuk grond bezitten en daar ook op wonen. In het zuiden van de Lage Landen stellen veel vrije boeren zich in dienst van rijke, belangrijke leenheren die hen, in ruil voor hun grond, beschermen. De leenheer woont op dit land meestal in een grote hoeve of villa, met daaromheen verschillende bijgebouwen, waar ambachtslieden en de boeren (nu horigen genoemd) wonen en werken. -
Period: 500 to 1000
Tijd van monniken en ridders
Rond de val van het Romeinse Rijk, trekken veel stammen naar het Romeinse Grondgebied om te plunderen, of om juist de Romeinse grens te verdedigen. Daarna beginnen ook andere stammen te verhuizen: het is de tijd van de volksverhuizingen. Nu de Romeinen vertrokken zijn, bouwen de Franken een groot rijk op, ook de Lage Landen vallen hieronder. In 771 wordt Karel de Grote koning van het rijk der Franken en onder zijn leiding breidt het rijk zich uit tot grote delen van Europa. -
771
Karel de Grote
In 771 wordt Karel de Grote koning van het rijk der Franken en onder zijn leiding breidt het rijk zich uit tot grote delen van Europa. Om het rijk goed georganiseerd te houden, deelt Karel de Grote het in gouwen, graafschappen en hertogdommen. Daarbij maakt hij gebruik van vazallen of leenheren. Zij krijgen (of lenen) van Karel een groot gebied waarover zij de leiding krijgen. Dit stelsel wordt het feodaal stelsel genoemd. -
1000
Hanzesteden
In de steden waren steeds meer mensen die producten van de boeren konden verwerken. Dit waren ambachtslieden zoals een bakker, een wever, timmerman of smid. De ambachtslieden waren lid van verenigingen waarbinnen jongens werden opgeleid tot ambachtslieden. Deze verenigingen heten gilden. De belangrijkste handelssteden heetten de Hanzesteden. Een Hanze is een samenwerkingsverband tussen handelaren en steden. In deze steden werden producten uit het buitenland ingevoerd en verkocht. -
1000
Huisvesting steden en staten
Rond het jaar 1000 ontstonden er steeds meer steden, op een kruising van een handelsweg, vlakbij een kerk of een kasteel. In de steden woonden de handelaren en de ambachtslieden. Zij verhandelden en verwerken de goederen van de boeren. In de middeleeuwse steden waren de huizen van hout en was er geen riolering. -
Period: 1000 to 1500
Tijd van steden en staten
De tijd van steden en staten is het tweede gedeelte van de middeleeuwen. Deze periode duurde van het jaar 1000 tot 1500. Vanaf het jaar 1000 groeide de bevolking in West-Europa. Er werden betere landbouwtechnieken ontwikkeld, waardoor de oogst groter werd. Op de plekken waar voedsel verhandeld werd, ontstonden steden. De belangrijkste handelssteden heetten de Hanzesteden. -
1500
Huisvesting ontdekkers en hervormers
In de 16de eeuw groeien de steden in Nederland. Steeds meer mensen trekken van het platteland naar de stad. De huizen werden gebouwd van steen. Er kwamen steeds meer pakhuizen waar goederen werden opgeslagen. De welvaart nam toe en huizen werden steeds meer versiert met ornamenten. In deze fase stonden er veel kerken in de steden. -
Period: 1500 to
Tijd van ontdekkers en hervormers
Deze periode wordt ook wel de renaissance genoemd. De wetenschap was altijd gebaseerd geweest op het Christelijke geloof. Men vond dat kennis meer gebaseerd moest worden op waarnemingen en inzicht. Dit zorgde voor grote veranderingen. Begin 16de eeuw bestand Nederland uit verschillende kleine gebieden. Al deze gebieden vielen onder de landheer Karel V.
In de 16de eeuw ontstonden de overzeese tochten. Nieuwe gebieden die ontdekt worden, zorgden voor meer handelsmogelijkheden. -
1515
Karel V.
Begin 16de eeuw bestand Nederland uit verschillende kleine gebieden. Al deze gebieden vielen onder de landheer Karel V. In 1515 werd hij op vijftienjarige leeftijd heer der Nederlanden , hierna Koning van Spanje en in 1519 ook keizer van het Duitse rijk. -
Huisvesting De Gouden Eeuw
Het gaat economisch gezien erg goed met Nederland. De rijken laten een huis aan de gracht bouwen. Deze huizen zijn vaak groot, hebben een binnenplaatsje en zijn mooi versierd. In de kleine straatjes tussen de grachten woonde het gewone volk, vaak met een klein bedrijfje of werkplaats aan huis. De arme mensen woonden met grote aantallen in een kleine ruimte. In de 17e eeuw werden de huizen van steen gemaakt in plaats van hout. Isolatie, dubbel glas en CV kende men niet. -
Period: to
Tijd van regenten en vorsten
In de zeventiende eeuw moet het bestuur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zich gaan vormen. Er is onenigheid over de uitvoering van de macht. De Republiek gaat een belangrijke handelspositie innemen. De Hollanders drijven handel met Engeland, Frankrijk, Spanje en Portugal.
In 1602 ontstaat de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Het doel van de VOC is handel drijven met Indië en Aziatisch gebied. -
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
In 1602 ontstaat de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Het doel van de VOC is handel drijven met Indië en Aziatisch gebied. Via handelskantoren in deze landen vervoeren de VOC-schepen kruidnagel en nootmuskaat (als middel om eten te kruiden en als ingrediënt voor medicijnen), kaneel, zijde, porselein en thee. -
Huisvesting pruiken en revoluties
Aan het begin van de achttiende eeuw leven de regenten een paradijselijk bestaan. Zij laten grote buitenhuizen bouwen. In de regeringsperiode van Willem IV ontstaat veel armoede. Sommige mensen moeten bedelen op straat en hebben geen onderdak.
De gewone burger leeft in grachtenpanden die in de achttiende eeuw worden aangepast aan de nieuwe mode. -
Period: to
Tijd van pruiken en revoluties
De onverwachtse dood van koning Willem III geeft de regenten (bestuurders) macht. Willem IV wordt stadshouder over alle gewesten. Willem IV krijgt met onvrede onder het volk te maken tijdens het innen van belastingen. Er komen tegenstanders: de Patriotten, vaderlandslievenden die streven naar een democratie. In 1794 valt een Frans leger de Republiek binnen. Willem V vlucht. Met de vlucht van Willem V komt er een einde aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. -
Period: to
Tijd van de burgers en stoommachines
In 1806 benoemt Napoleon Bonaparte zijn broer Lodewijk tot koning van Holland. In 1810 wordt dit koninkrijk deel van het Franse keizerrijk. Na de val van Napoleon in 1813 keert de zoon van Stadhouder Willem V terug naar Nederland. Hij wordt koning (koning Willem I) van het huidige Nederland en België.
De stoommachine doet zijn intrede, en wordt ingezet voor industriële productie. Door het ontstaan van de fabrieken, verhuizen veel mensen voor werk van het platteland naar de stad. -
Napoleon Bonaparte
Met de vlucht van Willem V komt er een einde aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Nederland heeft een nieuwe naam: De Bataafse Republiek. Er wordt een grondwet ingesteld. Tot 1806 blijft de Bataafse Republiek onafhankelijk van Frankrijk, waar Napoleon Bonaparte aan de macht is. De realiteit is anders: beslissingen worden niet zonder inmenging van Frankrijk gemaakt. In deze tijd ontstaat het ‘verlichtingsdenken’: de rede, het denken staat centraal. -
Koning Willem I
Na de val van Napoleon in 1813 keert de zoon van Stadhouder Willem V terug naar Nederland. Hij wordt koning (koning Willem I) van het huidige Nederland en België. Koning Willem I probeert de economie te herstellen en laat kanalen en wegen aanleggen om het vervoer van goederen makkelijker te maken. Negen jaar nadat België onafhankelijk wordt, treed de koning in 1839 af. -
Huisvesting burgers en stoommachines
Door de Industriële Revolutie ontstaan er veel fabrieken. In de fabrieken zijn veel arbeiders nodig. Zij komen van het platteland naar de stad. De fabrieksarbeiders werken lange dagen en verdienen weinig geld. Er is sprake van armoede en de woonomstandigheden zijn slecht. Er wonen grote gezinnen in kleine, donkere huizen, aan smalle steegjes, dichtbij de fabriek. Er bestaat een grote kloof tussen arm en rijk. -
Huisvesting wereldoorlogen
In de crisisjaren krijgen werklozen een bedrag dat net voldoende is om de huur en een eenvoudige maaltijd te betalen.
In Nederland moeten Joden na 1942 in aparte wijken wonen (getto’s). Van daaruit worden ze afgevoerd naar kampen.
Na de Tweede Wereldoorlog is er woningnood in Nederland, omdat er maar weinig gebouwd mag worden vanwege een tekort aan bouwmaterialen. -
Period: to
Tijd van de wereldoorlogen
De Eerst Wereldoorlog vindt plaats van 1914 tot 1918. Het is een oorlog van de ‘centralen’ (Duitsland, Oostenrijk en Turkije) tegen de ‘geallieerden’ (Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland). De tijd tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog heet Interbellum (1918-1939). In deze tijd vindt de ‘grote depressie’ plaats (de crisisjaren).
De Tweede Wereldoorlog vindt in Nederland plaats van 1940 tot 1945. In 1933 komt Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. -
De Eerste Wereldoorlog
De Eerst Wereldoorlog vindt plaats van 1914 tot 1918. Het is een oorlog van de ‘centralen’ (Duitsland, Oostenrijk en Turkije) tegen de ‘geallieerden’ (Frankrijk, Groot-Brittannië en Rusland). Tijdens deze oorlog vallen heel veel slachtoffers, met name door de loopgraven en het gebruik van gifgas. Uiteindelijk winnen de geallieerden met hulp van de Verenigde Staten. Nederland is in deze oorlog neutraal. -
De Tweede Wereldoorlog
In 1933 komt Adolf Hitler in Duitsland aan de macht. Met name Joden, maar ook Zigeuners, verstandelijk gehandicapten en homofielen worden uitgesloten van de samenleving en afgevoerd naar concentratiekampen. Hitler wil van Duitsland het machtigste land van Europa maken. Nederland wil neutraal blijven, maar Duitsland valt toch aan. Nadat Duitsland het centrum van Rotterdam heeft gebombardeerd en dreigt hetzelfde met andere steden te doen, geeft Nederland zich over. -
De Koude Oorlog
De Koude Oorlog (1945-1991) was een periode van gewapende vrede, na de Tweede Wereldoorlog, tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie, en hun verschillende bondgenoten. De Amerikanen en de Britten vreesden dat Oost-Europa helemaal onder de invloed van de Sovjet-Unie zou komen. -
Huisvesting televisie en computer
Na 1945 ontstond er een grote woningnood in Nederland. Tijdens de oorlog waren er weinig huizen gebouwd en veel woningen beschadigd of vernield. De woonruimte was klein en gezinnen deelden vaak woningen. Tussen 1945 en 1960 worden er in hoog tempo eenvoudige huurwoningen gebouwd. Vanwege ruimtegebrek wordt er in de steden steeds meer in de hoogte gebouwd. Sinds de jaren 60 en 70 gaan mensen in de stad steeds vaker in flat wonen en werken. Dit zorgde voor een ander stadsaanzicht. -
Period: to
Tijd van de televisie en de computer
De tijd van de televisie en de computer noemen we ook wel de “moderne tijd”. Dit tijdvak begon in 1950 en loopt nu nog steeds door. Na de oorlog wil Nederland snel aan de slag om te huizen die kapot zijn door de oorlog (bijvoorbeeld het centrum van Rotterdam), de wederopbouw. . Bij deze wederopbouw wordt NL geholpen door de Amerikanen die veel geld en spullen hiervoor leveren (Marshallhulp). In de jaren hierna ontstond de Koude Oorlog. -
Multiculturele samenleving
In de jaren 60 werden mensen die van buiten Europa kwamen om hier te werken, nog met open armen ontvangen. Er waren toen hard mensen nodig om te werken. Doordat er veel mensen van verschillende landen kwamen werd de samenleving steeds meer divers. Niet alleen meer mensen die altijd al in Nederland leefden waren nu Nederlander, maar ook mensen wiens ouders in Turkije, Marokko of in de voormalige koloniën woonden. Zo wordt ons land steeds meer multicultureel.