MC 22. Geschiedenis EU.

By Sien
  • Oprichting EGKS.

    EGKS, ook wel genoemd de Europeese Gemeenschap voor Kolen en Staal, is opgericht in 1951, door 6 verschillende landen, Frankrijk, Duitsland, Italië, België, Luxemburg en Nederland.
  • Oprichting Europees parlement.

    Het Europees parlement is opgericht in 1957 het is de volksvertegenwoordiger en het is ook de enige die het volk vertegenwoordigd. Om de 5 jaar wordt er door het volk een nieuw parlement gekozen en dat gebeurt met de europese verkiezingen
  • Het verdrag van Rome.

    Er werden afspraken gemaakt voor de handel.
  • De EGKS veranderd in de EEG.

    De Europese Economische Gemeenschap (EEG) is opgericht op 1 januari 1958, toen het Verdrag van Rome van kracht werd. Dit verdrag was op 25 maart 1957 getekend door België, Frankrijk, West-Duitsland, Nederland, Luxemburg en Italië.
  • Landen die er bij komen.

    Denemarken, Ierland en verenigd koningrijk.
  • Landen die er bij komen.

    Griekenland.
  • Landen die er bij komen.

    Portugal en Spanje.
  • De EGG veranderde in de EG.

    Het EG was de belangrijste Gemeenschap van de drie, hij werd op gericht in 1993 en er zaten toen de volgende landen in: België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en Verenigd-Koningrijk. De EG hield op te bestaan in 2009 door het verdrag van lissabon.
  • Landen die er bij komen.

    Oosterijk, Finland en Zweden.
  • Landen die er bij komen.

    Cyprus, Estland, Hongerije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovinië, Slowakije en Tjechië.
  • Ongeveer rond deze tijd.

    Sinds 2007 omvat de Europese Unie 27 lidstaten, een grondgebied van 4.324.782 km² en ongeveer 500 miljoen inwoners.[
  • Landen die er bij komen.

    Bulgarije en Roeminië.
  • Het Verdrag van Lissabon.

    Het Verdrag van Lissabon wordt getekend op 13 December 2007. Het verdrag trad in werking op 1 December 2009. In dit verdrag staan afspraken die de EU- lidstaten samen hebben gemaakt. Het Verdrag van Lissabon regelt onder andere dat:
    • Het Europees Parlement en de nationale parlementen meer democratische controle op het beleid kunnen uitoefenen.
    • Wereldwijde problemen samen worden aangepakt;
    • Het duidelijker is waar de EU over gaat;
    • Duidelijke voorwaarden gelden voor uitbreiding van de EU.