• Period: 4000 BCE to 3500 BCE

    Vroege Uruk Periode

    Culminatie van culturele processen -> innovaties:
    - Steden
    - Aardewerk: massaproductie
    - Technologie: arbeidsspecialisatie
    - Schrift
    - Monumentale architectuur
    .
    CASE STUDY: Ur-Utu uit Sippar
    CASE STUDY: het Uruk fenomeen
  • Period: 3500 BCE to 3100 BCE

    Late Uruk Periode

    Uruk: Tempel -> autoriteit:
    - Twee tempelcomplexen: Eanna en Anu district
    - Administratie: organiseren uitwisseling van goederen
    .
    Wisselwerking stad - omgeving - steppe:
    - Grote differentiatie voedsel
    - Arbeidsspecialisatie
    - Technologische vernieuwing
    .
    Sociale stratificatie:
    - Beroep/titel bepaalt plaats in maatschappij
    - Rurale bevolking schatplichtige relatie met stedelijke bevolking
    .
    Uruk expansie: toegang tot luxegoederen voor elite
  • Period: 2900 BCE to 2350 BCE

    Vroegdynastische Periode

    Netwerk van stadstaten aan de Tigris & Eufraat: ca 35 stadstaten
    .
    Gevolgen van bevolkingstoename en klimaatsveranderingen:
    - Secularisatie vd macht
    - Diplomatieke relaties: huwelijken & giften
    - Grensconflicten
    - Regionale coalities (vanaf ca 2600)
    - Culminatie van oorlogen
    .
    Eenmaking onder Lugalzagesi (ca 1350)
    .
    CASE STUDY: Niemandland: het Umma-Lagash grensconflict
  • Period: 2288 BCE to 2003 BCE

    Politieke centralisatie: Akkad & Ur

    Gelijkenissen:
    - Ontstaan en uitbouw obv militaire veroveringen in Z-Mesopotamië
    - Centralisatie op politiek, administratief & ideologisch vlak
    Ondergang door interne & externe druk
    .
    Verschillen:
    - Territoriaal bereik
    - Mate van interne samenhang
    .
    Akkad (2288-ca 2150 MC):
    - 5 koningen: Sargon (+2) Naram-Sîn (+1)
    Korte fragmentatie: terug naar systeem onafhankelijke stadstaten
    .
    Ur (ca 2110-2003 MC):
    - 5 koningen: Ur-Namma, Shulgi (+2) Ibbi-Sin
    .
    CASE STUDY: Enheduana
  • Period: 2003 BCE to 1595 BCE

    Fragmentatie (2003-1800) & Centralisatie (1800-1595)

    2003-1800: Politieke fragmentatie:
    - Verschillende stadsdynastieën: Isin, Larsa en Babylon
    - Eén religieus systeem: Nippur
    - Economische bloei: karum Kanesh
    .
    1800-1595: Politieke centralisatie:
    - Koninkrijk van Opper-Mesopotamië: Shamshi-Adad
    - Oud-Hettitische Rijk: Hattusili
    - Oud-Babylonische Rijk: Hammurabi
    .
    CASE STUDY: Codex van Hammurabi
  • Period: 1595 BCE to 1500 BCE

    DARK AGE

    1595: val Babylon door koning Mursili
    .
    Dark Age: niet duidelijk hoe lang:
    - Steden verwoest en/of verlaten
    - Einde gecentraliseerde macht
    - Stop administratieve & scribale praktijk
    - teruggang economie & cultuur
    .
    Nieuwkomers: Kassieten en Hoerrieten
  • Period: 1500 BCE to 1200 BCE

    Internationaal statensysteem

    1 gemeenschappelijk systeem: giften, huwelijken en oorlog
    .
    In het Westen:
    - Mittani
    - Hettitische Rijk
    - Egypte
    - (Myceense Rijk)
    .
    In het Oosten:
    - Kassietische Rijk
    - Assyrische Rijk
    - Elamitische Rijk
    .
    Uitzondering: Levant kleine stadstaatjes
    .
    Bronnen: veel en verschillende perspectieven
    .
    Lingua Franca: Akkadisch
    .
    CASE STUDY: De Amarna Brieven
  • Period: 1200 BCE to 1100 BCE

    Bronze Age Collapse

    Zowel radicale veranderingen (vooral Oosten) als continuïteit & graduele verandering (vooral Westen)
    .
    Verklaringen:
    - Zeevolkerenhypothese: invasies van externe volkeren en migraties (intern en extern)
    - Sociale omwentelingen: grote discrepantie in rijkdom en ontstaan habiru
    - Ecologische problemen: aardbevingen, verdroging, hongersnood Anatolië & wijziging loop Eufraat
  • Period: 1100 BCE to 900 BCE

    DARK AGE

    Belangrijke technologische ontwikkelingen:
    - Ontwikkelingen in schriftpraktijken (alfabet)
    - Ontwikkelingen in mettalurgie: brons -> ijzer
    - Domesticatie kameel: nieuwe handelsroutes
    .
    Belangrijke sociale wijzigingen:
    - Stedelijke cultuur vs (semi)nomadische cultuur
  • Period: 911 BCE to 612 BCE

    Heropbouw & Neo-Assyrische Rijk

    Westen:
    - Verschillende staatjes rond één (politieke hoofd) stad
    - Politieke fragmentatie
    - Verschillende groepen, talen, tradities
    .
    Oosten: nieuw netwerk van 4 territoriale staten:
    - Babylonië (1000-626)
    - Elam
    - Urartu
    - Assyrië: zal uiteindelijk domineren
    .
    Neo-Assyrië: militarisme, terreur & deportaties
    - 9e eeuw: eerste expansiefase
    - 823-745: intern verval
    - 745-612: tweede expansiefase
    .
    CASE STUDY: Hangende Tuinen van Babylon: tuin van Niniveh (Sennacherib)
  • Period: 612 BCE to 539 BCE

    Neo-Babylonische Rijk

    612-539: 'lange 6e eeuw':
    - Militarisme, terreur & deportatie
    - MAAR nadruk op bouwwerken
    - Grote economische bloei
    - Babylon: centrum vd wereld
    .
    Opvolgingsproblemen na Nebuchadnezar II:
    - 539: val Babylon
    .
    Lingua Franca: Aramees
  • Period: 539 BCE to 331 BCE

    Perzische Rijk

    Achaemenidische dynastie:
    - Veroveringen onder Cyrus II, Cambyses II en Darius I
    - 1e Perzische Oorlog (Darius I) & 2e Perzische Oorlog (Xerxes)
    - Niet meer actief uitbreiden, wel opstanden neerslaan
    .
    Perzische Rijk:
    - Geschreven bronnen: westerse bias
    - Rijksorganisatie: eenheid in diversiteit
    - Hoofdsteden: Pasargadae, Persepolis, Susa
    - Professioneel, enorm leger
    .
    CASE STUDY: Cyrus Cilinder: machtsovername Darius I
    CASE STUDY: Gilgamesh Epos