-
27,000 BCE
Venus van Brassempouy Vaas
Voorstelling
Haar gezicht straalt een kalm licht uit en haar ogen weerspiegelen diepte. Omringd door pastelkleuren verdwijnt het beeld langzaam naar de achtergrond, volledig gericht op Venus. Vormgeving
Kleur: De vormgeving maakt gebruik van neutrale aardetinten en pastelkleuren.
Textuur: De textuur van het beeldje is gemaakt het materiaal ivoor.
Lijn: De lijnen in de vormgeving zijn subtiel en benadrukken Het gezicht van de vrouw. -
25,000 BCE
Venus van Laussel
Voorstelling
Ik zie een vrouw ze heeft één hand op haar buik en de andere houdt de hoorns vast. In sfeervolle grotachtige omgeving met ook aardekleuren.
Vormgeving
Kleur: De vormgeving maakt gebruik van natuurlijke aardetinten om de oudheid van het beeldje weer te geven.
Vorm: Het beeld is zorgvuldig ontworpen met aandacht voor de vrouwelijke kenmerken en de karakteristieke hoorns in haar handen.
Balans: De compositie legt evenwichtig en de nadruk op symboliek van vruchtbaarheid/leven. -
6000 BCE
Grotschildering Altamira-grot Spanje-12.000 tot 6.000 jaar v.Chr.
Voorstelling
De grotschilderij toont een figuratieve beeld ik zie een bizon. De kleuren die gebruikt worden zij heel warm. Ik zie ook dat er zwart is gebruikt voor de schaduw en de details. Je ziet ook meteen dat het in een grot is geschilderd.
Vormgeving
De kunstenaar zullen we zeggen gebruikt een realistische stijl met een warme aardige kleurenpallet merendeels rood in zit. De lijnen zijn organisch en vloeiend te zien door de contouren van de grotwanden. -
Period: 6000 BCE to 2000 BCE
Jonge steentijd ( 6000-2000 v.Chr.)
- Mensen vestigen zich, maar naast dieren en akkers ook nog jagen en verzamelen.
- Verfijnde gereedschappen van steen, ivoor, bot en hout naast nieuwe uitvindingen zoals het wiel.
- Kunst: meer geometrische en vereenvoudigde vormen.
- Eerste architectuur: houten en lemen boerderijen, hunebedden en later grote megalithische constructie.
- Bekende voorbeelden: Aardewerken voorraadpotten.
-
Period: 2000 BCE to 800 BCE
Bronstijd ( 2000- 800 v.Chr.)
- mensen hebben een vaste woonplekken ,eerste versterkte steden ontstaan.
- Uitvinding Brons (legering van koper en tin) : Betere landbouwwerktuigen, voertuigen en wapens.
- Kunst: naast geometrische vormen weer meer figuratie.
- Schrift ontstaat, dus betere communicatie.
- Einde preshistorie door uitvinding van schrift en ijzer.
-
Period: 1000 BCE to 476 BCE
(Klassieke) Oudheid (476 n.Chr. )
De oudheid is de periode binnen een beschaving die begint met de introductie van het schrift in die beschaving. Van de Prehistorie naar de Grieken. -
Period: 800 BCE to 400 BCE
Archaische periode (800 v.Chr- 480 v.Chr.)
- Vooral geometrische patronen op gebruiksvoorwerpen.
- Sculpturen zijn statisch en gestileerd.
-
Period: 800 BCE to 150 BCE
Grieken
Gaat over de kunst en cultuur van Griekenland. Ontwikkeling van Beeldhouwkunst. De Griekse Beeldhouwkunst uit 3 periodes : Archaïsche, Klassieke en Hellenistische periode.
Archaïsche periode : Kenmerkend voor deze vroege periode is, dat de beelden uit één blok gesneden zijn.
Klassieke : Ze proberen de ideale man uit te beelden met een gespierd en goed verzorgd lichaam.
Hellenistische : Evolueert in de richting van meer realisme, individualisme en naturalisme. -
Period: 753 BCE to 476 BCE
Romeinen (Ca. 753 v. Chr - 476 n. Chr)
De Romeinse kunst had een blijvende invloed op kunstgeschiedenis. De Romeinen bouwden voort op de erfenis van de Grieken en lieten hun stempel drukken op de kunstwereld, vooral op het gebied van architectuur en techniek. -
550 BCE
Phrasikleia Kore (ca. 550-540) (Archaïsche periode)
Voorstelling
Ik zie een vrouwelijke beeld (Kore) met een statische houding. Ze heeft een archaïsche glimlach met grote ogen. Ze heeft vlechten in en een kroon op haar hoofd.
Vormgeving
Kleur: Er wordt gebruik gemaakt van warme aardetinten, dus rood.
Vorm:
Textuur: Vervaardigd uit marmer of kalksteen. -
Period: 480 BCE to 323 BCE
Klassieke Periode (480 v.Chr - 323v.Chr.)
- Periode begint wanneer de Grieken de Perzen verslaan.
- Artistieken en intellectuele bloeitijd; mensfiguren steeds realistischer afgebeeld.
- Kunst vooral bekend uit kopieën en beschrijvingen van de Romeinen.
- Periode eindigt met de dood van Alexander de Grote.
-
330 BCE
Diskobolos Lancelotti (Klassieke Periode)
Voorstelling
Ik zie een standbeeld van een mannelijke atleet in het midden van een worpbeweging om een discus te werpen. Hij staat in een dynamische houding met zijn gewicht op een been. Vormgeving
Ruimte : Het beeld is in een 3-dimensionaal en toont aandacht voor anatomie.
Textuur : Het beeld is gemaakt van brons.
Compositie: Het beeld geeft een symmetrische uitstraling. -
Period: 323 BCE to 150 BCE
Hellenistische periode (323 v.Chr - 150 v.Chr.)
- Effect van uitbereiding territorium Alexander de Grote zichtbaar, zijn (Grieks) Cultuur mengt met die van het Nabije Oosten. Tegelijkertijd oefent oriëntaalse cultuur (oosterse cultuur) Invloed uit op de Griekse; mengcultuur brengt de hellenistische kunst voort.
- Theatrale ,levensechte, dynamische kunst
- Verovering van Romeinen op de Grieken betekent einde van de periode.
-
300 BCE
Standbeeld van Godin Nike (323 v.Chr.–30 v.Chr.).
Voorstelling
Ik zie een vrouw(godin) standbeeld zonder hoofd en armen. Ze heeft vleugels en draagt een jurk die een natte stijl aangeeft. De standbeeld een heel erg getailleerd.
Vormgeving
Textuur : Marmer
Ruimte : Staat in een 3-dimensionale houding.
Compositie: De godin is vrijstaand waardoor ze een dynamische aanwezigheid heeft. -
70 BCE
De boog van Titus
Voorstelling
Ik zie een gebouw (Monument). Het is een triomfboog met gedetailleerde reliëf/ decoraties met, zoals een historische moment. De zuil en de pilaster geven een Korintische stijl aan.
Vormgeving
Textuur: Het is gemaakt van wit marmer.
Compositie: Je ziet een symmetrische gebouw die gelijk is aan elkaar.
Ruimte: Er wordt gebruik gemaakt van negatieve ruimte om de figuren er mee te scheiden. -
52 BCE
Mozaiek Alexander de Grote (Tussen 100 v.Chr- 79 n.Chr)
Voorstelling
Ik zie historische gevecht scène met koning Alexander de Grote samen met een paard. Ik zie soldaten met schilden, helm en wapens. Een ander man in een strijdwagen. Hij draagt een koninklijke kleding en een diadeem, terwijl de andere iets sierlijke uitrusting draagt.
Vormgeving
Textuur: Er word gebruik gemaakt van mozaïek= klein gekleurde steentjes.
Kleur: Je ziet aardtinten erin terug komen , maar ook tonale.
Schaduw en licht: Het geeft een diepte en gevoel van realisme. -
Period: 30 BCE to 800 BCE
Prehistorie Tot ca. 800v.Chr
Voorgeschiedenis van de mens. Waarvan geen geschreven bronnen zijn gevonden, of waarvan we deze bronnen niet begrijpen.
-> Ontwikkeling van het gebruik van brons, werktuigen, communicatie en uitvinding van IJzer. -
20 BCE
De Augustus van Prima Porta
Voorstelling
Ik zie een man ook wel Keizer Augustus. links onderin zie ik een naakt baby die aan keizer Augustus hangt. Hij poseert met een hand omhoog. Hij draagt een harnas met een kleed om zijn hand heen die een realistische stijl aan geeft.
Vormgeving
Textuur: Het beeld is gemaakt van het materiaal marmer.
Schaduw: schaduw geeft een diepte aan het reliëf op de harnas. Het accentueert het door licht en schaduw.
Compositie: Zorgt voor een symmetrische effect benadrukt positie en gezag -
Period: 476 to 6000 BCE
Oude steentijd ( tot 6000 v.Chr.)
- Eerste mensachtigen 3 tot 5 miljoen jaar geleden, vanaf dan rituelen en vormen van beeldende kunst, muziek , dans.
- Nomaden: Leven van jacht, visvangst en verzamelen planen en vruchten.
- Eenvoudige werktuigen van steen, ivoor, bot en hout.
- Kunstvoorwerpen gedetailleerd en figuratief.
- Bekende voorbeelden: grotschilderingen.