-
Begin 20e eeuw:
Ragtime: 'Verscheurd ritme', bass op de tel tussen hoge en lage noten, dansbare ritmes
Blues: Droevig, zang belangrijk, emotie uiten belangrijker dan tekst, langzaam tempo, gitaar belangrijkst instrument
Country: Amerikaans-Engels, vaak zang, vooral traditionele instrumenten, soms piano
Gospel: In koren, vaak een solist erbij, veel call en response -
Rond 1920
Rythm & Blues: Gespeeld door jonge zwarte mensen in goedkope bars, dansbaar, in 4/4, backbeat, hoger tempo
Jazz dixieland: Samensmelting veel muziekstijlen, in 4/4, veel improvisatie, Swing, hoofdmelodie: blazers, soms piano
Hillbilly: commerciële country muziek werd Hillbilly country genoemd
Spirituele muziek verandert weinig -
Rond 1950
Rock n roll: Hoog tempo, eerst piano uit boogie woogie, later vooral een gitaar die impoviseerde (lead guitar)
Cool Jazz: Langzaam, lange noten, veel herhalende motieven, kleine bezettingen
Bebop Jazz: Vaak blazers, tempo begeleiding ligt hoog, solist gebruikt korte noten en groot bereik noothoogte.
Soul: zang, duidelijke betekenis, invloeden van gospel (achtergrond koor) -
Rond 1960
Merseybeat: Rythm&blues+RocknRoll+Soul+Skiffle=Merseybeat
Serieuzere teksten, bijpassende kleren, haren, etc, vrijere vorm
Eerste elektronische muziek -
Rond 1970
Raggae: tekst gaat over verzet voor zwarte ten opzichte van witte mensen of juist vrede onder elkaar, gitaarakkoorden na de tel, Zuid-Afrikaanse percussie
Hard-Rock: Speakers hard, licht scheurende elektrische gitaar, gitaarsolo's, vaak maatschappelijke teksten
Metal: Zwaar scheurend elektrische gitaar, speakers zo hard dat ze kapot gaan, begeleiding lage klanken, gitaarsolo's, maatschappelijke teksten, later ook grunten en double base
Free jazz: jamsessies, improviseren terwijl je luistert -
Rond 1970 (2)
Fusion: Kenmerken liggen puur aan welke stijlen je mengt
Disco: Drums zijn sterk ritmisch anker, iedere tel kickdrum, energiek en dansbaar, nadruk op bas-motieven
Funk: Gebruik van elektronische instrumenten, veel instrumenten na de tel, energiek en dansbaar -
Rond 1980
House:
-Remix: DJ's ter plekken liedjes remixen bij bijvoorbeeld klank, tempo, volume, samples erbij
-Mash-up: DJ's mengen nummers die door onderliggende ritmes goed bij elkaar passen Rap:
-Rythm and Poetry Rap: Op het ritme, teksten erg belangrijk,
Vroege rap: op bestaande tracks
Later: op tracks speciaal voor rappen
-Beatboxing: Ritmische begeleiding met de stem -
Rond 1980-90
Dance (EDM): Steeds meer toepassing van steeds betere elektronische instrumenten, herhalende motieven
Hardcore: Elektronische instrumenten, herhalende motieven, extreme klanken
Dubstep: elektronische instrumenten, veel korte snelle motieven, dubstep-effect